woensdag 29 februari 2012

Loslaten, fietsen, vasthouden en hardlopen

Ik ben er eindelijk achter gekomen waarom ik het eigenlijk nooit over hardlopen heb, als ik het over hardlopen heb.. Ik bedoel; als ik over hardlopen begin te praten dan dwalen mijn gedachten al snel weg naar bijzaken; de omgeving, mijn schoenen, m'n oude kleren, over dingen die komen gaan of dingen die juist al zijn geweest. Zelden heb ik het over t lopen zelf. De stappen, waar ik was en hoe snel ik ging.
Maar ik ben er dus achter. Het komt zo, een paar weken terug organiseerde ik een bijeenkomst waar sportpsycholoog Rico Schuijers een workshop gaf over mentale training voor atleten. Rico begeleidde voor het NOC-NSF o.a. de waterpolo- en hockeydames tijdens de olympische spelen in China, niet de eerste de beste dus.

Tijdens deze workshop ging het ook over sportbeleving; hoe ga je om met tegenslagen. Voor de een werkt het om zich juist op de pijn of inspanning te focussen en voor een ander is de oplossing aan iets anders gaan denken, associëren of de-associëren dus.
Met een paar oefeningen werd duidelijk wat er bedoeld werd, soms kom je er niet vanaf als iemand zegt ; “denk niet aan een sinaasappel”, maar je kan je met hetzelfde gemak ook weer focussen op wat wel van belang, b.v. je zithouding.

Zo kwam ik erachter dat als ik net begin met hardlopen ik voornamelijk associeer, mijn ademhaling klinkt als een soort rytmische gymnastiek, ik speur mijn hele lijf af naar pijntjes, ik tel mijn passen, maar zodra ik eenmaal een kilometertje of 2 onderweg ben, heb ik van dat alles geen last meer en gaan mijn gedachten de vrije loop. Soms zo vrij dat ik na afloop niet eens meer weet waar ze geweest zijn. Dan de-associeer ik dus behoorlijk; gedachten en inspanning in 2 verschillende werelden. Als ik moe wordt of kramp krijg ga ik bij het lopen stiekem weer associeren, 'au, die knie' maar om er vanaf te komen moet ik juist weer flink de-associeren, dus denken aan leuke dingen, aan eten, films, mijn kinderen, werk (hahaha), dingen die goed voelen laten mij goed voelen. Tenminste tijdens het lopen.

Het gekke is juist dat het bij het wielrennen precies andersom is. Dan ben ik de eerste kilometers nog aan het genieten van het weer of de omgeving, maar voor ik het weet zit ik in mijn hoofd de omwentelingen te tellen, ben ik gefocust op mijn kilometerteller, de stand van mijn handen op het stuur, de hoek van mijn knieën t.o.v m'n frame. Als ik moe word neig ik om me heen te gaan kijken en aan andere dingen te denken, het tempo zakt. Tot ik mij verman en opnieuw zorgvuldig op zoek ga naar de meest efficiënte versnelling en probeer door rustig te ademen mijn trapfrequentie hoog te houden. Klaar met fietsen, maar geen idee waar ik langs ben gereden en ook nog eens nergens aan gedacht. De route staat als een vage googlemap in mijn hoofd, maar van de omgeving is me niets bijgebleven.

Ik ben blij dat ik triathlon ben gaan doen. Kijk, zwemmen is voor mij afzien. Ik associeer en deassocieer niet eens meer bij het zwemmen. Ik zwem, ik hark door het water en verlang de hele tijd naar het herzenloze fietsen. Ik kom ook altijd lachend uit het water, het is voorbij; YES! Dan lekker ergens geconcentreerd mee bezig zijn, bam bam bam.. schakelen, bochtje en stoempen op de fiets. Tenslotte afronden met een paar rondjes relaxen en ontspannen rondrennen. Zowel fysiek als mentaal kom ik alle facetten tegen. Overal geweest, aan alles gedacht. Een heel leven in een paar uurtjes weggestopt. Mijn gedachten dwalen alweer weg..


Nielsuitelst

Mijn 'column'verschijnt 2-wekelijks op www.prorun.nl, de hardloopsite voor de Benelux!

woensdag 15 februari 2012

Heb jij nog oude kleren?

De moeder van een (ex)vriendin, die nogal met goede doelen begaan was, vroeg mij ooit eens; “heb jij ook oude kleren”. Hoewel ik begreep dat dit de inleiding was voor een inzamelingsactie voor Roemenie speelde ik het spel even mee: ”Ja, die heb ik wel”. Zij was aan zet, verzamelde haar moed en vroeg mij: “wat doe jij daar dan mee”. Ik antwoordde nuchter: “Die draag ik gewoon”.
Eigenlijk is er niet veel veranderd sinds dit voorval zo'n 20 jaar geleden. Ik draag mijn oude kleren tot het echt niet meer kan. Bij mijn dagelijkse kleren ben ik wel iets kritischer geworden. Of ik laat mij gewoon wat meer beïnvloeden door mijn omgeving. Voor die garderobe koop ik vaker wat nieuws, maar op sport- en loopgebied geldt dat ik het niet meer aantrek als dat fysiek ook niet meer mogelijk is.


Bij sportkleren bestaat er voor mij geen mode. Sportkleren worden waardevoller naarmate je ze langer gedragen hebt. Zo van: 'die broek die ik op die ene goeie wedstrijd aan had' en 'met die zwembroek gaat het altijd zo lekker soepeltjes' of 'dat Lotto fietsshirt geeft me het gevoel alsof ik Andre Tchmil ben tijdens Parijs Roubaix'. Allemaal herinneringen verzameld in een kledingstuk. Ik draag daarom wel eens kleding die meer dan 20 jaar oud is. Dat ik er nog in pas is dan vaak de grootste uitdaging.

Als het echt helemaal gescheurd is of verweerd dan gooi ik het uiteindelijk weg. Of wordt het gerecycled als poetslap. Dan kan je het toch nog even vasthouden. Van kleding die echt niet lekker zit, neem ik overigens wel makkelijk afscheid. Weg met die troep! Naast dit vrijwillige afscheid verdwijnt er ook nog wel eens wat. Een loopbroek met paars-gele opdruk en lichtblauwe achtergrond, een fleece jasje met dito print maar dan nog net even lelijker, prehistorische zweetshirts waarvan je niet meer kan zien wat voor kleur ze ooit hadden... die verdwijnen wel eens, mysterieus... Mijn moeder, mijn vrouw of zelfs medelopers verdenk ik ervan dat ze die vertrouwde kledingstukken van mij ontvreemden. Hopelijk niet om ze alsnog naar Roemenie te sturen, ook een Roemeen verdient beter!

Maar gelukkig heb ik dan een reden om er ook af en toe weer een nieuw en glanzend hip setje bij te kopen. Dat is dan meestal wel uit de uitverkoop, want kleding moet ook niet teveel kosten. Wielershirts uit China, loopkleding van de Aldi en alles wat gratis is kan ik gebruiken.

Ondertussen hangt er aan mijn kledingrek best een mooie verzameling sportkleding. Mijn sportgarderobe bestrijkt een tijdspanne van meer dan 20 jaar, bezit alle kleuren van de regenboog en vertegenwoordigd een historisch besef van nagenoeg 2 generaties. Ik ben trots op mijn verzameling sportkleding en op de verhalen die er in zijn gaan zitten. Het is een persoonlijk museum van mijn sportieve inspanning geworden en heeft waarde zolang ik leef. En mocht mijn tijd ooit gekomen zijn, dan hoop ik dat ze de hele handel inpakken en naar een ontwikkelingsland sturen zodat ze het daar nog een tijdje als poetslappen kunnen gaan gebruiken.


Nielsuitelst.

zaterdag 4 februari 2012

Als ik hardloop ben ik even vrij en zorgeloos. (Gelderlander 04-02-2012)

Ik wist het wel, want de journalist die langskwam en de fotograaf waren al een duidelijk voorteken, maar vanochtend is het dan toch even slikken als je dan de krant openslaat..


Artikel:
Als ik hardloop ben ik even vrij en zorgeloos. Niels Koster was zijn luie leventje zat en pakte na jaren van stilstand zijn oude liefhebberij, hardlopen, weer op. Hij viel twintig kilo af en traint als nooit tevoren.
Als Niels Koster iets doet, gaat hij er ook helemaal voor. Dat die instelling zijn voor- en nadelen heeft, beseft de 45-jarige Elstenaar maar al te goed. Na jaren van fanatiek sporten, stortte hij zich plots even fanatiek op het goede (uitgaans) leven. Anderhalf jaar geleden gooide hij het roer even radicaal weer om. Hij begon opnieuw met hardlopen en viel twintig kilo af. „Ik ben me nu aan het voorbereiden op de triathlon van Almere. Om de discipline er in te houden heb ik het nodig om mezelf een doel te stellen.”
De liefde voor de sport zit de in Harlingen geboren Niels Koster in het bloed. „Mijn vader hield van fietsen en zelf voetbalde en honkbalde ik in mijn jeugd. Maar ik kwam er al snel achter dat teamsporten niet echt iets voor mij zijn. Ik ben nogal fanatiek in wat ik doe en dat kan in een amateurteam tot botsingen leiden. In mijn eentje kan ik net zo fanatiek zijn als ik wil.”

„ Als het weer het toelaat, stap ik al om zeven uur ’ ochtends op de fiets. Op mijn werk kan ik douchen en als ik dan om negen uur achter mijn bureau zit, heb ik er al een lange training op zitten. Ik mag ook graag vanaf mijn werk naar huis lopen. In plaats van in de file te zitten besteed ik mijn tijd zo nuttig en gezond.” „Gelukkig vindt mijn vrouw het prima. Zij kende me eigenlijk niet als fanatiek sporter, maar ze heeft er geen problemen mee als ik vroeg in de ochtend van huis ga en wat later in de avond aanschuif. Op de zondag sta ik vaak ook lekker vroeg op. Dan ben ik om ongeveer elf uur weer thuis en heb ik nog de hele dag voor me.”
Dat hij daarvoor weleens sociale activiteiten moet afblazen, zegt Niels Koster op de koop toe te nemen. „Ik laat laat weleens een buurtfeestje of zo schieten. Doe ik dat niet, dan kom ik al snel in de verleiding om mee te feesten en dan komt er van die zorgvuldig geplande trainingsrit of -loop niets terecht. Vooral het hardlopen geeft me veel voldoening. Ik ben graag buiten en elke keer als ik gelopen heb, heb ik een goed, voldaan gevoel.”

Die gevoelens kan de geboren Fries sinds enige tijd kwijt in een door hemzelf geschreven column op de website van ProRun. Daar schrijft hij honderduit over het voordeel van gewichtsverlies of over de voordelen van een extra trainingsrondje, wanneer hij zijn geplande trainingsronde van een kilometer of 25 er al op heeft zitten. In een van zijn columns toonde hij ook zijn bewondering voor (en jaloezie op) Afrikaanse of Aziatische lopers. Alleen al vanwege hun geringe gewicht lopen die tijden waar Niels Koster zelfs in zijn beste jaren alleen maar van kon dromen. ‘Ik kan dus trainen wat ik wil, maar zonder serieus gewichtsverlies wordt het nooit wat. Mijn beste training is een dagje niet eten. Elke kilo eraf scheelt minuten op mijn eindtijd,’ zo erkent hij ruiterlijk in zijn column. Twee jaar geleden woog de Elstenaar bijna honderd kilo. In het eerste jaar raakte hij twaalf kilo kwijt, het jaar daarna nog eens een stuk of acht. Koster: „Hoe meer je kwijt bent, des te lastiger de volgende kilo’s worden. Daar komt bij dat ik mijn voedingspatroon nauwelijks gewijzigd heb. Mijn gewichtsverlies is vooral het gevolg van trainingsarbeid.” „Tegenwoordig kun je via tabelletjes op de computer precies zien hoeveel calorieën je na een bepaalde afstand precies verbrand hebt.

Vooral direct na een training is dat altijd leuk om even te checken. Als extra stimulans kun je een uitdaging aangaan met andere sporters, wie de meeste calorieën verbrandt in een bepaalde periode.” Al heeft de Elstenaar het niet op teamsporten, teamgeest waardeert hij wel. Vandaar dat hij er geen problemen meer heeft om in groepsverband te trainen voor de triathlon van Almere. Koster: „ Om een keer iets heel anders te doen ben ik ook een tijdje lid geweest van een worstelvereniging. Maar
nadat ik drie keer mijn knie had verdraaid ben ik er maar mee gestopt.”
Vrij nieuw voor de geboren Fries is ook het carnaval. Dat vindt hij zelfs zo leuk dat hij lid werd van carnavalsvereniging De Batsers in Elst. Niels Koster: „Ik heb altijd tegen mezelf gezegd dat ik een keer carnaval zou gaan vieren op het moment dat ik ook maar onder één van de drie rivieren zou komen te wonen . Daar heb ik me dus ook aan gehouden.”


mooi detail op de foto.. medaille links (met blauw) is van de Berenloop; marathon Terschelling november 2011, de medaille rechts (groene lint) is van de Rotterdam marathon 1992.. In 20 jaar tijd maar 20 minuten langzamer gaan lopen ;-)